Rumoer rond Rossini

Rumoer
rond Rossini

Het Koor zingt de Petite messe solennelle van Gioachino Rossini

vrijdag 11 oktober

vrijdag 11 oktober

première – 20.00 uur (ontvangst 19.30 uur)

zaterdag 12 oktober

zaterdag 12 oktober

20.00 uur (ontvangst 19.30 uur)

20.00 uur
(ontvangst 19.30 uur)

zondag 13 oktober

zondag 13 oktober

matinee – 14.00 uur (ontvangst 13.30 uur)

matinee – 14.00 uur
(ontvangst 13.30 uur)

Locatie Coreworks, Ertveldweg 29, 5231 XA ’s‑Hertogenbosch
Entree € 20,-, eerste rang € 25,-

Wees op tijd aanwezig voor onze verrassende ontvangst.

Wat is er leuker om, als je van klassieke muziek houdt, naar een verrassende, industriële locatie te gaan waar een eigenzinnige uitvoering wordt gegeven van één van de meest bijzondere stukken die Gioachino Rossini ooit schreef?

Petite messe solennelle

Het Koor onder leiding van Steven van Gool zingt de ‘Petite messe solennelle’ van Gioachino Rossini. Hoewel, erg petite is hij niet, en echt ‘solennelle’ (plechtig) kun je hem misschien ook niet noemen. Toen Rossini in 1863 wilde laten zien dat hij “heus wel een mis kon schrijven!” was het resultaat daarom een uitbundige compositie die het midden houdt tussen opera en een katholieke mis.

Rossini wist zelf ook niet wat hij nou precies gecomponeerd had. Hij zei hierover:

“Lieve God, hier is het, de arme, kleine mis. Is het werkelijk heilige muziek of heb ik heiligschennende muziek gemaakt? Ik ben geboren voor opera buffa, zoals u weet. Wees dus gezegend en schenk mij het paradijs.”

Het Koor uit ’s-Hertogenbosch wil voor het 40-jarig jubileum een eigenzinnige uitvoering maken van één van de meest bijzondere stukken die Rossini schreef. Daarvoor verbouwen we een hele industriehal aan de Ertveldplas tot concertzaal. Een groep acteurs en een verrassende lichtinstallatie zorgen voor aardig wat rumoer rond Rossini.

Het Koor onder leiding van Steven van Gool

Piano: Joep Berkers
Harmonium: Rene Meester

Sopraan: Anouk Zwanenberg
Alt: Cashlin Oostindië
Tenor: Pablo Gregorian
Bas: Wessel Wirken

Een industriële locatie

Omdat het Koor graag optreedt op ongewone plekken hebben we voor ons 40-jarig jubileum besloten een hele industriehal om te bouwen tot concertzaal. Dankzij de enthousiaste medewerking en ondersteuning van Victor Kooijmans van Coreworks podium- en tribunebouw hebben we dit kunnen realiseren aan de Ertveldplas in ’s‑Hertogenbosch. In samenwerking met Nshows Licht & Geluid hebben we een ambitieus lichtplan opgesteld dat de industriële locatie omtovert tot een sfeervolle omgeving.

Vanaf een half uur voor aanvang van het concert word je ontvangen door een enthousiaste groep acteurs die je naar de sfeervol verlichte foyer leiden, waar je een pre-show drankje kunt bestellen. Daarna kun je een plaatsje zoeken op de tribune in onze concertzaal (de eerste twee rijen stoelen zijn gereserveerd voor de eerste rang). Ook in de pauze en na afloop kun je weer terecht in de foyer voor een drankje.

Gioachino Rossini

Deze componist (1792-1868) is ongetwijfeld een van de meest opmerkelijke figuren uit de muziekgeschiedenis. Hij was achttien toen zijn eerste opera in première ging en hij vervolgde zijn weg in operaland met hits als L’italiana in Algeri, Il barbiere di Siviglia en La Cenerentola. Hij zou negenendertig opera’s schrijven, vooral in de opera buffastijl. In 1829 componeerde hij met Guillaume Tell zijn laatste opera en vervolgens zweeg hij decennialang. Pas toen hij zich in 1855 na een lang verblijf in Bologna in Parijs vestigde begon hij weer pianowerken en vocale stukjes te schrijven voor de muzikale salons die hij daar hield en waar gasten als Franz Liszt, Anton Rubinstein en Giuseppe Verdi aanschoven. Péchés de vieillesse (zonden van de ouderdom) noemde Rossini deze stukken met lichte zelfspot.

Zijn doodzonde

In 1863 zette Rossini plotseling een opvallend uitroepteken achter zijn oeuvre met zijn “dernier péché mortel de ma vieillesse”, letterlijk: de laatste doodzonde van mijn oude dag, de Petite messe solennelle. Het lijvige werk dat Rossini ironisch voorzag van de typering ‘petite’ is waarschijnlijk ontstaan door toedoen van de Franse graaf en bankier Michel-Frédéric Pillet-Will die een mis wilde laten schrijven voor zijn vrouw Louise. De mis, opgedragen aan Louise, ging in de oorspronkelijke bezetting van twaalf zangers, waarvan vier solisten, twee piano’s en een harmonium op 14 maart 1864 in première in de privékapel van de graaf.

Hoe kom je er?

De hallen van Coreworks podium- en tribunebouw vind je aan de Ertveldweg 29, 5231 XA ’s‑Hertogenbosch. Vanaf het station fiets je er in 10 minuten naartoe, of 25 minuten te voet.

Verlaat het station aan de achterkant, Paleiskwartierzijde, en volg de Parallelweg met het spoor aan je rechterhand. Steek de rivier de Dieze over via de Royal Welsh brug en blijf de Nelson Mandelalaan volgen tot aan de Zandzuigerstraat. Deze steek je recht over. Je gaat nu rechtdoor de Ertveldweg in. Bij de T-splitsing ga je rechtsaf en dan volg je de bocht naar links tot je bij het tweede grote complex aankomt. Daar zie je vanzelf de ingang van onze locatie.

De bus brengt je helaas niet veel dichterbij. Met lijn 165/166 kom je tot de halte Orthen, daarvandaan is het nog 15 minuten lopen.

Gelukkig zijn er ruime parkeermogelijkheden. Op het terrein van Coreworks kunnen we heel wat auto’s kwijt en in de berm van de Ertveldweg is ook voldoende plaats. Onze parkeerwachten wijzen je de weg. Maar we bevelen natuurlijk iedereen aan zoveel mogelijk op de fiets te komen.

Sponsors

Deze voorstelling zou niet mogelijk zijn geweest zonder de royale ondersteuning van:

Coreworks Coreworks podium- en tribunebouw
Nshows Licht & Geluid
Snel pianoverhuur
Mari Frunt Woninginrichting
Gemeente ’s-Hertogenbosch
Hermes regionaal business netwerk
Stichting Van der Linden Fonds

Gioachino Rossini

Deze componist (1792-1868) is ongetwijfeld een van de meest opmerkelijke figuren uit de muziekgeschiedenis. Hij was achttien toen zijn eerste opera in première ging en hij vervolgde zijn weg in operaland met hits als L’italiana in Algeri, Il barbiere di Siviglia en La Cenerentola. Hij zou negenendertig opera’s schrijven, vooral in de opera buffastijl. In 1829 componeerde hij met Guillaume Tell zijn laatste opera en vervolgens zweeg hij decennialang. Pas toen hij zich in 1855 na een lang verblijf in Bologna in Parijs vestigde begon hij weer pianowerken en vocale stukjes te schrijven voor de muzikale salons die hij daar hield en waar gasten als Franz Liszt, Anton Rubinstein en Giuseppe Verdi aanschoven. Péchés de vieillesse (zonden van de ouderdom) noemde Rossini deze stukken met lichte zelfspot.

Zijn doodzonde

In 1863 zette Rossini plotseling een opvallend uitroepteken achter zijn oeuvre met zijn ‘dernier péché mortel de ma vieillesse’, letterlijk: de laatste doodzonde van mijn oude dag, de Petite messe solennelle. Het lijvige werk dat Rossini ironisch voorzag van de typering ‘petite’ is waarschijnlijk ontstaan door toedoen van de Franse graaf en bankier Michel-Frédéric Pillet-Will die een mis wilde laten schrijven voor zijn vrouw Louise. De mis, opgedragen aan Louise, ging in de oorspronkelijke bezetting van twaalf zangers, waarvan vier solisten, twee piano’s en een harmonium op 14 maart 1864 in première in de privékapel van de graaf.